Herdefinieer jezelf opzettelijk

Herdefinieer jezelf opzettelijk – staat er in The Way of Transformation op blz. 21.

En – Ik kan je vertellen dat het veel grandiozer is om in een lichaam te zijn terwijl je compleet bewust bent van je Kosmische Zelf.

Dit thema sijpelt zachtjes door de hele Way of Mastery en voelt bijna onmogelijk voor me, maar oh zo inspirerend en veelbelovend.
Wat zijn dan de definities van mezelf? Stel je voor dat je een rijtje schrijft.

Het is erg belangrijk dat je bewustzijn brengt naar de definities die jezelf hebt gegeven en waar je aan blijft vasthouden, iedere dag weer. Dat is als iedere dag dezelfde kiezelsteen gooien in dezelfde stroom en daarmee steeds dezelfde effecten sorteren en vrijwel niets wordt getransformeerd.

Pas als je ziet hoe je jezelf definieert – meestal als een ingesleten beperkende gewoonte – kun je jezelf herdefiniëren. En je open stellen voor het zijn van een perfect onbeperkt wezen – het Kosmische Zelf. Er wordt ons gevraagd constant te oefenen in de perceptie dat we onbeperkt zijn – nu – en ondertussen te dansen, te zingen en te spelen en het goede, het heilige en het mooie te scheppen.

Als we ons beide kanten bewust worden – lichaam-persoonlijkheid én het Kosmische Zelf- kunnen we ons open stellen voor de verbinding van beide.

De meesten van ons geloven dat we alleen een kwetsbaar lichaam-persoonlijkheid zijn en dat geloof is een krachtige kwaliteit van vibratie/frequentie die scheppend is.

Ok, dus daar gaan we. Hoe zie je jezelf?
Schrijf met een nieuwsgierige blik – je wilt weten zodat je anders kunt kiezen – je wilt weten om te helen.

* Gebruik als je wilt de volgende aanvulzinnen:
Ik ben een vrouw/man die . . .
Ik zie mezelf als . . .
Anderen zien mij als . . .
Ik ben echt (niet) . . .
Steeds weer maak ik de vergissing . . .
Ik heb een hekel aan mezelf als . . .
Wat ik goed vind van mezelf . . .

* Kies dan één beperkende gedachte.
Geef dan schrijvend antwoord op de volgende vragen – neem voor iedere vraag een paar minuten. Als je eenmaal ziet wat de gevolgen zijn van je gedachten ben je meer bereid een andere keuze te maken.
Wat kan ik niet meer als ik die gedachte over mezelf niet meer geloof?
Waartoe ben ik niet in staat als ik deze gedachte geloof?
Wat vrees ik dat er zal gebeuren als ik die gedachte niet meer geloof?
(Deze vragen zijn ontleend aan The Work van Byron Katie)

Zelf zag ik door het beantwoorden van deze vragen hoe ik dacht de beperkende gedachten ‘nodig’ te hebben – hoe beperkende gedachten een soort houvast lijken te geven, een identiteit van kleinheid, maar tenminste een identiteit. Hoe ik dan niet meer kan projecteren en hoe het me tegenhoudt lief te hebben, vrij te laten en met humor te kunnen reageren. Hoe graag het ego alles wil houden bij het oude en alle oorzaken buiten zichzelf wil leggen, uit angst voor Liefde, verantwoordelijkheid en schuld(!) – dus in feite uit angst voor het Kosmische Zelf, voor stralen in Grootheid.

* Als je zover bent kun je, als je durft, opnieuw de laatste vraag stellen – maar nu met je Grootheid als onderwerp.
Wat vrees ik dat er gebeurt als ik ga stralen? Als ik ga dansen in het Kosmische Zelf?
Waarvan zal ik genieten als ik ga stralen? Durf ik dat?
En wat zou er concreet veranderen? Zijn er (denk)gewoonten die ik los wil laten?

Oh wow – het mag langzaam zakken. Spirituele ontwikkeling is een proces.
Ik hoor mijn vader al zeggen: doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg. Kennelijk ben ik dat gaan geloven.
Ok, daar ga ik. Wat vrees ik dat er zal gebeuren als ik ga leven als het Kosmische Zelf?
Ik voel meteen de angst gieren. Wat is er zo eng aan? Weerstand. Nee, ik wil niet. Moet ík het weer doen. Laat anderen het maar oplossen.

Maar als ik nu even adem haal en kijk vanuit het Zelf met een glimlach en het kleine zelf meeneem en mezelf hier niet mee identificeer, niet meer helemaal? Als ik een stapje opzij doe en de Liefde van het Kosmische Zelf door me heen laat stromen en stop met geloven in kleinheid?
Mensen zullen me wellicht afkeuren, me gek vinden, me willen houden zoals ik was – in de patronen van de wereld willen houden. Ja, mensen zullen van alles van me vinden. Maar dat doen ze nu ook al, alleen wellicht wat minder extreem.

Het verlangen begint te winnen. Ik voel de trilling van binnen, maar dat is geen angst, maar zin en vastberadenheid. Een trillende zin en vastberadenheid die ik ook voelde toen ik heel klein was.

Ik ga deze vraag vaker stellen, zodat ik me steeds meer zal verheugen en me concreter voor ogen staat hoe dat concreet zal uitpakken.

Opdat we op gaan staan – in Grootheid en elkaar hierin ondersteunen – in Eenheid.